Een fysiotherapeut richt zich met zijn behandeling op het bewegend functioneren van de mens. In principe kunnen alle stoornissen aan het bewegingsapparaat behandeld worden. Het bewegingsapparaat bestaat uit gewrichten met daar rondom kapsel, spieren, pezen en banden. Ook als de aansturing van het bewegingsapparaat via het zenuwstelsel niet goed functioneert, kan dat door de fysiotherapeut behandeld worden.
Aanvullend zal hij een lichamelijk onderzoek doen en een fysiotherapeutische diagnose stellen, hierop volgt bij de volgende zitting een behandeling die past bij de gestelde fysiotherapeutische diagnose. De behandeling wordt indien nodig tijdens de behandeling bijgesteld
Het doel van de behandeling kan onder meer zijn:
De fysiotherapeut kan hiervoor gebruik maken van oefentherapie, massage of fysische technieken (gebruik van apparatuur). Bij de fysische technieken wordt gebruik gemaakt van elektrische-, geluids- of lichtprikkels. Daarnaast kan de fysiotherapeut gebruik maken van warmte of koude prikkels. Het doel van de behandeling is in principe therapeutisch: de fysiotherapeut probeert de patient beter te maken.
Maar daarnaast kan de therapie ook preventief zijn: de fysiotherapeut probeert herhaling van de aandoening te voorkomen.